Kerstverhaal
About Me

Flaptekst


Het alternatieve kerstverhaal ©

 


De kamelenfokkerij

 

Er was eens een kamelenfokkerij. De mensen in de buurt van deze fokkerij hadden allemaal bij de opening van de fokkerij een eigen kameel gekregen, maar Cees niet. Hij woonde volgens de gemeente te ver van de fokkerij, maar de hele wijk had wel een kameel en hij niet, omdat hij net 20 meter verder woonde dan de rest.

Tot overmaat van ramp opende er in zijn wijk net een wc-rolhouderfabriek en kreeg hij alleen een wc-rolhouder cadeau. Deze had de vorm van een kameel en dat maakte het hele verhaal er niet minder emotioneel om. Toevallig werkte Cees bij een aannemersbedrijf. Hij had een bulldozer geleend om de hele kamelenfokkerij over hoop te rijden. De baas deed eerst heel moeilijk, omdat Cees al jaren in de WAO zat en de baas dacht dat hij geemigreerd was naar Bangladesh om daar te rentenieren van kilomanjarovruchtenpluk (een inheemse delicatesse). Uiteindelijk kreeg hij geen bulldozer maar een tank mee, omdat die toch maar in de weg stond op een aannemersbedrijf. Halverwege naar de kamelenfokkerij kwam hij de geest van zijn verleden tegen in de gedaante van een hobbelpaard die lijdt aan een ernstige vorm van houtwormus robustus en ondanks de nare gevolgen daarvan toch mee heeft gedaan aan de hobbelpaardenzeskamp, met alle gevolgen van dien.

De geest zei: "Jij mag en kan de wc-rolhouderfabriek niet vernielen, denk aan je toekomst." "Fuck you," zei Cees. Maar toen kwam de geest met een grandioos verzwegen argument: "Denk aan de kerstgedachte." En Cees barstte in huilen uit.

"Volg jij het dan helemaal niet, ik ben onderweg naar de kamelenfokkerij, jij slecht geinformeerde geest van het verleden. "Dit hele gebeuren maakt het er niet minder emotioneel om, "zei Cees. Hij zette de tank in zijn vooruit en reed de hobbelpaardengeest van het verleden aan splinters. Met een laatste ademstoot wist het hobbelpaard nog te zeggen: "De kamelenfokkerij is linksaf lul!" voordat de geest tot een hoop stof ineenzakte. Cees dacht bij zichzelf: "Niet elke geest is zo eerlijk als goud" en ging op rebelse wijze rechtsaf.

De geest van het verleden had inderdaad gelijk. Want omdat Cees op rebelse wijze rechtsaf ging miste hij de geest van het heden. Dit was echter maar goed ook, want de geest van het heden blokkeerde heel de weg. Het was namelijk een gigantische felpaarse kerstbal met van die irritante glitters erop die altijd afgeven als je ze in de kerstboom hangt. Niet dat deze bal ooit in een kerstboom kan vanwege het domme feit dat de bal te groot was. Gelukkig ging Cees rechtsaf.

Maar langs deze weg stonden allemaal krotten met van die arme mensen die in verband met de kerstgedachte wat geld hopen te vangen. Cees had hier echter geen tijd voor, maar vond het best wel zielig. Hij trok een zak bedorven autodrop open en strooide hem uit onder de bevolking. Cees reed deze weg helemaal uit, maar kwam toen op een driesprong.

Gelukkig stond er een bord waarop stond: Kamelenfokkerij rechtsaf. Daar kwam hij twee paarden tegen die de wereld wel eens eventjes zouden veranderen. Dit lukte echter niet want het ene paard zei tegen het ander: "Met jou ga ik de wereld niet veranderen." Cees schrok hier zo van dat hij pardoes tegen het tuinhek van Mariska van de Pijnakker reed. De tank was total loss en Cees ging te voet verder.

Maar al snel bedacht hij dat hij hier erg moe van zou worden en sprong op een van de paarden. Dit paard had echter hele andere plannen en vertrok richting de oude brug. Hier stond een bord: "Alleen met 1 tegelijk over de brug anders stort hij in." Cees sprong van zijn paard en liep rustig over de brug, er kon hem niets gebeuren. Maar hij was nog geen decameter onderweg of de brug stortte ineen, want niet voor niets: "een gewaarschuwd mens telt voor 2."

Cees viel in een bodemloos ravijn. Toen hij op de bodem van het bodemloze ravijn was, zag hij 100 meter verderop de geest van de toekomst. Een gigantische verdwaalde ruiende kerstboom zonder ballen. De kerstboom huilde, want hij was op zoek naar ene Cees en was verdwaald en van de brug gevallen (een gewaarschuwde kerstboom telt immers ook voor twee). In zijn hand had de kerstboom de kerstgedachte. De boom zei dat Cees de kerstgedachte kon krijgen als hij hielp de naalden van de ruiende kerstboom op te plakken. Cees wist niet wat hij met de kerstgedachte aan moest, maar hij had een grote fobie voor huilende kerstbomen en besloot te helpen. Gewapend met een emmer naalden en een tube velpon hielp hij de stervende kerstboom.

De kerstboom zei: "Ga, ik ben niet meer te redden, ik zal toch sterven. Ga naar de wc-rolhouderfabriek en volbreng je missie met de kerstgedachte." Na deze woorden stortte de kerstboom ter aarde. Cees: "Ik ben onderweg naar de kamelfokkerij, lul!" en hij vervolgde zijn weg.

Hij klom weer naar boven, maar midden in de rotswand was een opening. Met opnieuw een geest. Cees dacht: "Welke geest kan dit nou weer zijn?" Het was de geest van de onvoltooid tegenwoordige tijd in de vorm van een kolosale geelgerande watertor. Hij vertelde Cees dat de kerstgedachte goed terecht moest komen, omdat anders het slechte van het goede zou gaan winnen, maar hier had Cees geen boodschap aan, hij moest naar de kamelenfokkerij.

In de grot zaten nog meer vage aries. In een hoek van de grot zaten 40 rovers onder leiding van ene meneer B. Laden die niet voor de camera wilde reageren, omdat hij in zijn land gezocht wordt wegens politieke redenen. B. Laden wilde de grot niet verlaten, maar hij wilde wel helpen om het kerstverhaal tot een goed einde te brengen, hij was namelijk ondanks zijn Islamitische achtergrond een fervent aanhanger van kerstverhalen.

Hij besloot om Cees 8 van zijn 40 rovers mee te geven. Cees nam slechts 1 rover mee omdat hij maar in een auto tegelijk kan rijden. (jij dacht dat het echte rovers waren he!) B. Laden wilde hem echter niet zo onvoorbereid wegsturen en legde een plan uit hoe hij met zijn Rover op de kamelenfokkerij kon inrijden (maar wel op vrijdag want dan was er een Amerikaanse delegatie aanwezig). Deze kamikazeactie vond Cees echter teveel van het goede en vervolgde zijn weg in zijn supersnelle Rover.

Toen hij al een tijd onderweg was zag hij aan de hemel een heldere ster. "Zou dit de kerstgedachte zijn, zou dit mijn missie zijn, zou dit de weg naar wereldvrede en donuts voor iedereen, ook voor de kleine kindertjes die niet zo lief zijn geweest dit jaar, zou dit de weg zijn naar een magnetronovencombi voor alle lagen van de bevolking, zou dit....." BAM!!!, Cees was zo gefocust op de ster dat hij niet op de weg had gelet en was frontaal tegen de helft van een dubbelgeparkeerde auto aangereden, een boze inktvis gleed uit het aquarium op de achterbak. Gelukkig bleek de inktvis een verre achterneef te zijn waarvan iedereen dacht dat hij geadopteerd was door het Dolfinarium om acts op te voeren, omdat iedereen die dolfijnen ook wel zat was, dit was echter niet het geval, de inktvis had zijn levenslange abonnement op de "Zo zit dat" opgezegd en had van de opbrengst twee nieuwe autos gekocht waarmee hij lifters oppikte om deze illegaal het land uit te rijden.

Vandaag zat het echter niet mee. (de meeste mensen denken ook wel 2 keer na voordat ze met een inktvis meeliften) en daarom had de inktvis zijn 2 autos dubbelgeparkeerd. De inktvis zei (met Spaans accent): " No problemos senor, iek hebbe doebele verzekering, ik muchos Pesetas krijgen. Als dank geef iek jou ene ijsje, maar da is nie zomaar ene ijsje, het heeft magische krachten, maar iek ga je daarover nieks vertellen, ga maar naar de reusachtige pinata op de hoek." (voor de onwetenden: een pinata is een speelgoedbeest gevuld met snoep dat op feestelijke feesten door kinderen met blinddoeken wordt stuk geslagen).

Cees keek op en zag de 50 meter hoge pinata die hij zo recent nog over het hoofd had gezien. De pinata sprak tot Cees met een zware stem: "De waarheid van het magische ijsje ligt in mij verborgen, gij geweldloos zal het geheim kennen." Cees begreep geen moer van dit prehistorische gebrabbel en sloeg met veel zinloos geweld de pinata kapot. Uit de pinata kwamen gigantisch veel snoepjes, ongeveer zo veel snoep als je in een pinata van 50 meter hoog zou verwachten.

De laatste woorden van de pinata waren: "Zoek naar een briefje." Dit was duidelijke taal voor Cees en hij begon te zoeken in de hoop snoep. Hier was echter geen beginnen aan, dus at hij alles op en vond het briefje. Op het briefje stond in een onleesbaar zwarte-pietenhandschrift: "Dit is een forwardmail, stuur het naar 5 mensen en je zult het geheim van het magische ijsje voor de helft krijgen, maar stuur je deze mail naar 10 mensen dan zul je het geheim van het ijsje geheel ontsluieren." Cees kende slechts 9 mensen en barstte in tranen uit, maar hij dacht: "Ik stuur hem dan in ieder geval naar 5 mensen, dan krijg ik nog de helft van het geheim. Cees begon prompt gretig mailtjes te sturen en kreeg na 5 mailtjes een mailtje terug.

Het mailtje bevatte de helft van het geheim: "Het geheim van het magische ijsje is........" Dit maakte de dingen er niet minder emotioneel om. Daarom besloot Cees de eerste de beste winkel binnen te lopen, dit was het postorderbedrijf van Pieter Post. Cees vertelde zijn verhaal en Pieter Post gaf hem het boek voor de uitleg van magische dingen en gebeurtenissen. Hij bladerde langs de magische ketchupflessen (deze geven een continue straal ketchup en je hoeft nooit te schudden) en de magische lantaarnpalen (deze gaan automatisch uit als het donker wordt) naar de magische ijsjes, hij las voor: "Het geheim van het magische ijsje is dat het ijsje nooit zal lekken hoe warm het ook is."

Cees had nu wel een magisch ijsje en had ook nog eens de kerstgedachte, maar wat moest hij nou met deze dingen, hij had er geen flauw benul van. Cees liep langs een fietsenstalling en zocht een fiets uit. Hij sprong erop en ging een willekeurige kant op. Al snel schakelde hij door naar zn 5. Hij reed door maar kwam erachter dat hij de weg eigenlijk niet meer wist en besloot om naar een wijze oude man te gaan in het plaatselijke dorpje. Hij zou hem wel uitleg geven over het een en ander. Overal stonden bordjes met "oude wijze man die kant op" en al gauw bereikte hij zijn appartementje.

Cees klopte viermaal maar hij kreeg geen gehoor, toen belde hij maar aan. Ook dit keer gebeurde er akelig weinig. Cees kwam erachter dat de zekere man een briefje had achtergelaten, het luidde: "I.v.m. dood tijdelijk niet aanwezig, ben zo terug!"

Cees wist niet wat hij hier mee aan moest en schoof het briefje met de kerstgedachte door de gleuf van het postvakje van de man. Hij had er zijn naam en adres bijgeleverd, zodat hij hem nog eens om wijze raad kon vragen.

Net toen hij weg wilde lopen, zag hij een gestalte naderen. Door zijn lange haren maakte hij op Cees een wijze indruk. "Bent u de oude wijze man?" vroeg hij.

"Nee, ik ben zijn cavia, ik ben net terug van de begrafenis van de oude wijze man, maar als je wat wilt weten dan kan dat, want de oude wijze man heeft al zijn verhalen opgeschreven in oude wijze boeken. Wat wil je weten."

Nog helemaal beduusd van schrik (wat zou je dan verwachten als je een levensgrote pratende cavia voor je ziet) zei hij: "Ik kom eigenlijk alleen de weg vragen." De cavia sprok toen met wijze woorden: "Gij zoekt en gij zult vinden het pad naar de eeuwigheid." Cees was echter niet gediend van dit soort woordspelingen, gooide een steen door de ramen en propte de cavia terug in het veel te kleine kooitje.

Aan de weg zag hij een schim naderen, toen hij heel precies probeerde te kijken, zag hij nog steeds niet wie het was. Hij besloot daarom om er op af te lopen. Hij herkende de man, het was..... de plaatselijke amateurboeienkoning, waarvan iedereen dacht dat hij dood was, omdat hij tijdens één van zijn vele gewaagde stunts zich verslikt had in een hap vla, die hij in het gat van zijn verstandskies had bewaard voor tijden dat men het niet zo breed had en hij toch trek had in vla.

Nu denk je misschien, wat raar, maar volgens de boeienkoning was dat in sommige landen doodsoorzaak nummer 2. Cees vroeg:"Waarom ben jij niet dood?"

"Ik ben dood, maar ik ben nu een geest in de gedaante van een call-TV-presentator van een zender waar nooit iemand naar kijkt, maar dit echter ter zijde. Ik heb je gevolgd, ik kan je helpen met de kerstgedachte, maar dan moet je eerst wat voor mij doen."

Samen gingen ze naar de supermarkt waar het lijk begraven lag tussen de groenten op de groenteafdeling. Boven op zijn graf stond een steen met de inscriptie:

Bert Oeienkoning

1948 - 1964 (ontsnapt)

1964 - 1969 (ontsnapt)

1969 -1972 (ontsnapt)

R.I.P.  1973

 

De geest sprak tot Cees: "Zorg ervoor dat Bert niet meer kan ontsnappen en altijd rust zal vinden." Cees zat met een nieuw probleem opgezadeld, maar ging al snel alle doe-het-zelfzaken langs. Bij de Karwei haalde hij een zooitje gereedschap, bij de Praxis wat hout en tape en bij de Gamma haalde hij een supersonische eindeloze ketting en een pot behangplaksel. Hij had eerst ook nog behang gehaald, maar dat raakte hij vlug kwijt, omdat een of andere vage arie kwam die zei dat de echte doe-het-zelver (Cees) niet zonder Gamma ken. Dit kon Cees niet op zich laten zitten en gooide het behang weg.

Weer terug in de supermarkt begon hij weldra te knippen, vouwen, plakken, timmeren en al wat je niet kunt bedenken. Cees was druk bezig toen hij in de kist wat gemorrel hoorde. Cees zei: "Wat krijgen we GODVERDOMME nou? Er zit iemand in."

Hij haalde alle Gamma-accessoires van de kist en maakte hem open. In de kist zag hij de grote oude wijze man liggen, die hij meteen herkende omdat hij hem nog nooit had gezien. De oude man was inmiddels nog wat ouder geworden, want hij lag al van 1973 in de kist. Hij vertelde hoe hij in de kist was gekomen.

"Het is allemaal de schuld van die cavia, ik weet het nog goed, hij kwam collecteren voor Jantje Beton. Nu ben ik sowieso al een beetje achterdochtig voor collecterende cavias maar voor ik het wist was de cavia naar binnen gerend en wilde hij niet meer mijn huis uit. De cavia begon mij te pesten, ik denk om mij het huis uit te krijgen. Hij verstopte de afstandsbediening en at iedere dag de koelkast leeg. Hij trok mijn kleren aan. Maar ik gaf niet toe, ik laat me niet door een cavia het huis uit jagen! Maar na een paar weken verraste de cavia mij in mijn slaap. Hij nam me mee naar het kerkhof, maakte het graf van Bert Oeienkoning open, die in zijn graf met een pijp in zijn mond TV zat te kijken. Hij vermoordde Bert in koele bloede met een natte krant, stopte mij in de kist en sleepte me naar de supermarkt."

"Ik snap er niks meer van,"zei Cees en hij besloot dit hele gebeuren maar aan zich voorbij te laten gaan en de oude ietwat dementerende wijze man om een gunst te vragen. De oude man zei: "Jij hebt mij geholpen nu zal ik jou helpen." Samen keerden zij terug naar de woning van de wijze man waar ook de kerstgedachte nog lag. De oude man zette de kooi met de cavia bij het grof huisvuil en draaide de kraan open. Er ging een geheime deur open die toegang verschafte tot een nog geheimere gang, die op zijn beurt uitkwam bij de geheimste kamer.

Hier gaf de oude wijze man hem een koffertje. Hij opende het koffertje en toen..... zag hij wat erin zat. Het was een LOI-cursus Nederlands voor beginners. "Wat moet ik daar nu mee, " gaf Cees als beladen antwoord. "Nou nu kun je de kerstgedachte lezen." "Maar ik kan al lezen," zei Cees tegen de man die plotseling wel oud maar niet meer goed wijs leek. De oude man zei: "Nu kun je de kerstgedachte lezen." Lezen, lezen, Cees was in alle consternatie vergeten dat hij de kerstgedachte ook kan lezen.

Ook was hij vergeten dat hij thuis nog een kalkoen in de ijkast had staan, waarvan de houdbaarheidsdatum al lang was verstreken. De oude man zei: "Wat sta jenou stom aan een kalkoen te denken, terwijl je al lang de kerstgedachte had kunnen lezen."

Cees verbaasde zich over het feit dat de oude man wist dat hij dacht aan kalkoen.

Hij vertrouwde dit zaakje niet en besloot daarom eerst terug te gaan naar de kamelenfokkerij om daar de kerstgedachte open te maken., want de kalkoen loopt niet weg.

Hij boekte een 3 weken lange survivaltocht naar de kamelenfokkerij twee straten verderop. Daar aangekomen ging hij naar binnen om een hartig woordje te spreken met de baas van de tent. Hij liep langs grote stellages naar het kantoor van de baas. Op het bordje van de deur stond: "Kantoor" (wat had je dan verwacht?). Met zijn kromzwaard, dat hij net uit zijn shcoen haalde, omdat hij dacht dat er al die tijd een steentje in zijn schoen zat, trachtte hij de deur kapot te hakken. Dit haalde echter geen ruk uit dus deed hij de deur bij het handvat open.

Daar zag hij iets ongelofelijks. De kalkoen die volgens hem maandelang in de koelkast had gelegen, omdat Cees te beroerd was om hem op te eten, omdat hij toch in een consumptiemaatschappij leefde waar iedereen met gemak zoveel broccoli kon eten in plaats van kalkoen, was toch aan de koelkast weten te ontsnappen en was daar zo maar op de stoel van het kantoortje van de baas in de kamelenfokkerij terecht gekomen.

"Hey Cees jongen, hoe is het, ik dacht ik bouw even een kamelenfokkerij en om de zaak wat naamsbekendheid te geven, geef ik iedereen in de wijde omtrek een kameel, maar ik heb hem natuurlijk zo gebouwd, zodat ik jou met wettelijke redenen geen kameel hoefde te geven, jij ondankbare hond. Al die dagen en nachten heb ik liggen wachten in die koelkast. Wachten en wachten, totdat ik met veel plezier zou worden opgegeten, maar nee, jij at liever broccoli. Op een dag toen ik al half aan het ontbinden was en jij voor de zoveelste keer broccoli ging eten, ben ik ontsnapt en heb ik dit plan tegen jou beraamd, om me te wreken. Maar nu ken jij mijn geheim en zal ik je moeten vernietigen."

De half ontbindende kalkoen ontpopte zich als een zeer goede vechter. Cees stond al klaar met zijn kromzwaard en toen gebeurde er iets ongelofelijks. De kalkoen begon te lachen, maar niet zomaar, hè, nee echt heel gemeen, alsof het een misdaad was om een kalkoen niet op te eten. (Waarschuwing: het volgende deel bevat schokkende woorden en is niet geschikt voor jeugdige lezertjes)

Cees maakte van dit moment gebruik om aan te vallen en sprong boven op de kalkoen. De kalkoen probeerde weg te vliegen, maar met een katachtige reflex pakte Cees de kalkoen uit de lucht, beukte hem op de grond en de vulling droop uit de kalkoen. De kalkoen wilde een steen pakken, maar Cees was hem te vlug af en zei:" Relax, het is niet nodig om te vechten, jij gaat nu gewoon je handen onschuld wassen en dan is alles vergeten."

De kalkoen droop af en wilde zijn handen gaan wassen bij het openbare toilet. Maar toen bedacht Cees zich. "Hij zag een huilende kameel voor zich, die als de kalkoen er niet was, waarschijnlijk vrolijk en in vrede bij hem zou leven." Met dit beeld voor zich hakte hij de kop van de kalkoen af. De kop rolde op de grond naar de voeten van de huilende Cees, die meteen berouw had van zijn daden.

Als een kalkoen zonder kop liep de rest van de kalkoen verder en botste tegen Cees op waardoor de kerstgedachte uitgerold op de grond viel. Er stond op geschreven met gouden letters:

Heb je naasten lief

Ook al is hij of zij een wreedaard of dief

Nu weet je wat je moet doen

Stamp die vuile kalkoen plat met je schoen!!!!

Cees deed dit en overal in de wereld begon het kleine kerstmannetjes te sneeuwen, die vervolgens onder de huid van de mensen parasiteerden en zo de kerstgedachte onder alle mensen verspreidden.

Dus als je met Kerstmis bij de boom zit, denk dan aan Cees en zijn halfontbindende kalkoen die samen met de kracht van de media dit feest mogelijk hebben gemaakt.

 

Vrolijk Kerstfeest

Vincent alias Kiekerjan alias vage arie en Jasper alias JP alias de ruiter